Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rabenhorst

betekenis & definitie

Rabenhorst. Onder dezen naam vermelden wij:

Bernhard von Rabenhorst, een Saksisch generaal. Hij werd geboren te Leipzig in 1801, bezocht de militaire académie te Dresden, trad in 1823 in dienst bij de Saksische artillerie, en werd in 1849 kolonel en minister van Oorlog, in 1850 luitenant-generaal, zag zich in 1856 in den erfelijken adelstand opgenomen, ontving in 1866 pensioen en in 1872 den titel van generaal der infanterie, en overleed den 14den April 1873.

Ludwig Rabenhorst, een verdienstelijk kruidkundige. Hij werd geboren in 1806 te Treuenbrietzen, woonde eerst te Dresden, later te Meiszen en houdt zich vooral bezig met het onderzoek en de beschrijving der bedektbloeijende planten. Hij heeft onderscheidene verzamelingen van deze uitgegeven, zooals: „Die Algen Sachsens (100 Decaden met 1000 soorten, 1848—1861)”, —„Die Algen Europa’s (1861 enz., 172 Decaden)”, — „Bryotheca europaea. Die Laubmoose Europa’s (1858 enz., 27 stukken)”, — „Hepaticae europaeae. Herbarium der Lebermoose Europa’s (1856—1877, 64 Decaden, met beoordeelenden tekst en omstreeks 100 steendrukplaten)”, — „Klotzschii herbarium mycologicum. Centuria 1—20 (1840— 1856)”, — „Fungi europaei, Klotzschii herbarii mycologici continuatio (1859—1877)”, — „Lichenes europaei exsiccati.

Die Flechten Europa’s (1855—1873, 35 stukken)”, — „Cryptogamae vasculares europaeae. Die Gefäszkryptogamen Europa's, gesammelt und getrocknet herausgegeben (1858—1872, met ongeveer 160 soorten)”, — „Diatomaceae exsiccatae totius terrarum orbis. Semicenturia 1—2 (1871)”, — en „Characeae europeae (met Braun en Stizenberger, 1857—1870, stuk 1—4)”. Voorts leverde hij eene eerste afdeeling „Pilze (1876)” van een stelselmatig overzigt van het rijk der cryptogamen, alsmede: „Deutschlands Kryptogamenflora (1814—1853, 2 dln)”, — „Die Süszwasserdiatomaceen (1853)”, — „Beiträge zur nähern Kenntnis der Verbreitung der Algen (1863—1865, 2 dln)”, — „Kryptogamenflora von Sachsen, der Oberlausitz, Thüringen und Nordböhmen (1843—1870, dl 1 enz.)”, — „Flora europaea algarum aquae dulcis et submarinae (1864— 1848, 3 dln)”, — „Mycologia europaea. Abbildungen aller in Europa bekannten Pilze (1869 enz.)”, — „Flora lusatica (1839—1840, 2 dln)”, — „Populär-praktische Botanik (1843)”, — en „Flora des Königreichs Sachsen (1859)”.