Pufendorf (Samuël, vrijheer von), een der stichters van de wetenschap van het natuur- en volkerenregt, geboren den 8stenJanuarij 1632 te Flöha bij Chemnitz, bezocht de school te Grimma, studeerde te Leipzig en Jena in de regten en werd in 1658 hofmeester bij den Zweedschen gezant Coyet te Kopenhagen. Na de uitgave van zijne „Elementa juris universalis (,’s Gravenhage 1660)” werd hij hoogleeraar in het natuur en volkerenregt aan de universiteit te Heidelberg en vertrok in 1670 in dezelfde betrekking naar Lund in Zweden. Door zijne geschriften: „De jure naturae et gentium (1672)” en „De officio hominis et civis (1673)” bevrijdde hij het natuurregt van de boeijen der theologische scholastiek en der positieve regtsgeleerdheid, om het tot eene zelfstandige wetenschap te verheffen. Ook voor de verhouding tusschen Kerk en Staat schiep hij eene nieuwe theorie.
In 1686 ging hij naar Stokholm als staatssecretaris, Koninklijk hofraad en historiograaf en schreef: „De rebus suecicis (Utrecht 1686)” en „De rebus a Carolo Gustavo gestis (1696)”. In 1688 begaf hij zich naar Berlijn, waar Friedrich Wilhelm, keurvorst van Brandenburg, hem tot historiograaf en tot geheimraad benoemde. Karel XI, koning van Zweden, verhief hem tot vrijheer. Voorts schreef hij: „De rebus gestis Frederici Wilhelmi Magni (1695, 2 dln)” en „De rebus gestis Frederici III (1695)”. Hij overleed te Berlijn den 26sten October 1694. Het werk: „De statu imperii germanici (1667 en later)”, door hem onder den pseudoniem van Severinus de Monzambano uitgegeven, baarde groot opzien.