Piríthous is in de Grieksche mythologie de zoon van Zeus (Júpiter) en van Dia, de gemalin van Ixion, koning der Lapithen in Thessalië.
Bij zijn huwelijksfeest met Hippodamía, eene dochter van den Lapithe Atrax, ontbrandde de vermaarde strijd tusschen de Centauren en Lapithen, waarin de eersten de nederlaag leden. Daartoe ontstond aanleiding door het ongepast gedrag van den door wjjn bedwelmden Eurytion tegen de jonggehuwde vrouw, of (volgens Virgilius) door den krijgsgod Ares (Mars) als den éénige der goden, die niet tot het feestmaal genoodigd was.
Die strijd strekte tot onderwerp voor vele kunstenaars; hij was afgebeeld in den tempel van den Olympischen Zeus te Elea en op den vóórgevel van het Parthenon te Athene.
De sage van de vriendschap van Piríthous en Theseus schijnt van lateren oorsprong te wezen. Laatsgenoemde streed op de bruiloft van Piríthous aan de zijde van dezen tegen de Centauren, waarop Piríthous wederom diensten bewees aan zijn vriend. Later vergezelde Theseus hem naar de Onderwereld, om hem bij de schaking van Perséphone bij te staan. Toen echter de vermetele ondernemers, door den togt vermoeid, zich aldaar nederzetten, konden zij niet weder opstaan, maar bleven aan hunne zitplaats gekluisterd. Theseus werd echter door Héraclés (Hérculés) verlost, toen deze den Cerberus uit het schimmenrijk haalde, doch de pogingen, om ook Piríthous te bevrijden, mislukten.