Niël (Adolphe), maarschalk van Frankrijk en minister van Oorlog, geboren te Muret (Haute Garonne), bezocht de polytechnische school te Parijs en de applicatieschool te Metz, werd in 1827 luitenant, in 1831 kapitein der genie, vertrok in 1836 naar Afrika en verwierf bij de bestorming van Constantine den rang van bataljonschef. In 1846 werd hij kolonel en ging in 1849 als chef van den generalen staf met generaal Oudinot naar Rome, waar hij de belegering bestuurde en tot brigadegeneraal bevorderd werd. Na zijn terugkeer te Parijs belastte hij zich met de zaken der genie bij het departement van Oorlog, werd staatsraad in buitengewone dienst en in 1853 divisiegeneraal, leidde in den oorlog tegen Rusland den aanval op de vesting Bomarsand, zag zich inmiddels tot adjudant des Keizers benoemd en vertrok in Januarij 1855 naar de Krim, om den staat van zaken vóór Sebastópol te onderzoeken. In April werd hij benoemd tot opperbevelhebber der genie bij het Fransche belegeringskorps, droeg niet weinig bij tot den val van Sebastópol en werd in 1857 senator.
Gedurende den Italiaanschen veldtogt van 1859 onderscheidde hij zich als kommandant van het 4de Fransche armeekorps bij Magenta en vooral bij Solferino, waar hij bevel voerde over den regter vleugel, zoodat hij tot maarschalk van Frankrijk werd verheven. Tn 1859 werd hij kommandant te Toulouse, en toen Napoleon III na 1866 tot eene reorganisatie van het leger besloot, werd Niël den 20sten Januarij 1867 tot minister van Oorlog benoemd. In spijt van eene krachtige oppositie werd zijn ontwerp van legerhervorming tot wet verheven. Voorts bragt hij belangrijke verbeteringen in de uitrusting en exercitie, bespoedigde den aanmaak van chassepótgeweren, vermeerderde de munitie en gaf uitbreiding aan de versterking van Metz. Vóórdat hij echter alles naar zijn ontwerp geregeld had, overleed hii den 14den Augustus 1869 ten gevolge eener operatie. Hij schreef: rLe siège de Sebastópol (1858)".