Nachtschade (Solanum L.) is de naam van een plantengeslacht van de familie der Solaneën. Tot dat geslacht behoort de aardappel (zie aldaar), — voorts de gewone nachtschade (Solanum nigrum L.), een éénjarig gewas met een eigenaardigen, naar muskus zweemenden reuk.
De stengel is meestal slechts 3 Ned. palm hoog, doch op boschrijke, beschaduwde plaatsen wordt hij veel hooger. Deze stengel is eenigzins kantig en somtijds onbehaard, doch ook wel met korte, fijne haren bezet. De bladeren zijn wigvormig, langwerpig spits, weinig getand en wel eens gelobd. De kleine bloemen zijn in bijschermen of schermen geplaatst en de bloemen beginnen bij het verwelken te knikken. De bloem is radvormig, 5-spletig en de langwerpige, oranjekleurige helmknoppen zijn naar elkander toegebogen. De bessen zijn in den regel zwart en glanzig, doch ook wel groen, geel of rood. Deze plant is over den geheele aardbodem verspreid, en men heeft zijne bladeren weleens uitwendig voorgeschreven als pijnstillend middel.
Op bijgaande afbeelding ziet men in a een stengel op 1/3de der natuurlijke grootte, in b een meeldraad op 4-voudige grootte, in c een stempel en in d eene dwarsche doorsnede van een vruchtbeginsel, 5-maal vergroot, in e eene overlangsche doorsnede van het vruchtbeginsel, 4-maal vergroot, in f eene overlangsche en in g eene dwarsche doorsnede van een zaadje, 12-maal vergroot. Deze nachtschade gewoonlijk zwarte nachtschade en ook wel dolkruid geheeten, wordt onder de vergiftige gewassen gerekend. In de keerkringslanden groeit S. Melongena L. en wordt er gedurende het geheele jaar op verschillende wijzen toebereid en gegeten.
Men geeft den naam van nachtschade ook aan eene andere plant, gewoonlijk belladonna, ook wel wolfskers en doodkruid geheeten. Zie onder Belladonna.