Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Maas

betekenis & definitie

De Maas, de tweede hoofdrivier van Nederland, ontspringt in het Fransche departement Haute Marne niet ver van het dorp Meuse in de Faucilles en loopt door de departementen Vosges, Meuse en Ardennes langs de steden Neufchateau, Verdun (waar zij bevaarbaar wordt), Sedan, Mezières en Givet, waarna zij het Belgisch grondgebied bereikt, — voorts langs Dinant, Bouvignes, Namen, Hoei, Luik en Visé, vormt dan, langs Maastricht stroomende, de grens tusschen Belgisch en Nederlandsch Limburg en komt dan, beneden Stevensweert, geheel op Nederlandschen bodem en stroomt langs Wessem, Roermond, Neer, Venlo, Kuyk, Grave, Ravenstein, Batenburg, Megen en de forten Crevecoeur en Loevestein, — daarna met de Waal tot Merwede vereenigd, langs Woudrichem, Gorinchem, Werkendam en Dordrecht, waar zij zich in 2 armen verdeelt. Een van deze, de Noord geheeten, vereenigt zich bij Krimpen met de Lek en loopt onder den naam van Nieuwe Maas langs Rotterdam, Delftshaven, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis, terwijl de andere arm, Oude Maas geheeten, met de Nieuwe Maas de eilanden IJsselmonde en Rozenburg vormt en voorbij den Briel stroomt, waarna beide armen vereenigd zich door een breeden mond, het Brielsche Diep, in de Noordzee storten.

De Maas ontvangt talrijke zijrivieren. Daartoe behooren in Frankrijk en België de Chiers, de Semoy, de Lesse, de Viron, de Méhaigne, de Ourthe (bij Luik), de Sambre (bij Namen) de Jaar (de Jeker), de Neer, de Geule, de Roer en de Niers, — voorts in ons Vaderland de Raam, de Dieze, de Linge en de Hollandsche IJssel. Niet al die wateren bereiken door het Brielsche Diep de zee, daar de Merwede zich van een gedeelte van haar water door de Werkendamsche Killen in den Bieschbosch ontlast, en de Dordsche Kil en het Spui, tusschen het eiland Voorne en den Hoekschen Waard, hunne wateren uit de Oude Maas ontvangen. De gemiddelde breedte der Maas is in Frankrijk 60 tot 100 Ned. el, tusschen Namen en Luik 130 tot 140 Ned. el en bij Giessen ruim 400 Ned. el, — die der Merwede beneden Dalem 1100, bij Gorinchem 760 en bij Dordrecht 395 Ned. el. De Nieuwe Maas heeft bij Rotterdam eene breedte van 350 Ned. el.

De geheele rivier heeft eene lengte van 97 geogr. mijl en een stroomgebied van 864 geogr. mijl. Haar bovenloop op de hoogvlakte van Lotharingen is op vele plaatsen ingesloten door steile rotswanden, welke zich ter hoogte van 600 Ned. el verheffen. Merkwaardig is het, dat de rivier niet ver van Neufchateau plotselijk onder de aarde verdwijnt (Perte de la Meuse) en eerst op een afstand van nagenoeg een uur gaans, bij Nonancourt, weder te voorschijn treedt. In de Ardennen en voorts tot aan Luik zijn hare oevers rotsachtig en steil, en bij Maastricht bereikt zij de vlakte. Onderscheidene kanalen staan met haar in verband, zooals de ZuidWillemsvaart, het Kanaal van Brabant, het Ardennenkanaal, het Oise-Sambre-Kanaal en het Maas-Moezel-Kanaal.

Het naar haar genoemde Departement de la Meuse in Frankrijk beslaat het noordwestelijk gedeelte der hoogvlakte van Lotharingen, namelijk het hertogdom Bar en de landschappen Verdunois en Clermontois. Het grenst ten noorden aan Luxemburg en voor ’t overige aan de departementen Meurthe-Moselle, Vosges, Haute Marne en Ardennes en telt op bijna 114 geogr. mijl ruim 284000 inwoners (1872). Het is gesplitst in de 4 arrondissementen Bar-le-Duc, Commercy, Montmedy en Verdun en heeft Bar-le-Duc tot hoofdstad. De Maas stroomt er over een afstand van 18 geogr. mijl doorheen; daarlangs loopt eene bergketen, die den naam van Argonne draagt, en onderscheidene riviertjes besproeijen er den bodem. Deze laatste is in het noordelijk gedeelte rotsachtig en dor, maar in het zuidelijk gedeelte vruchtbaar en vooral in de dalen met een weligen plantengroei versierd.

Het klimaat is er koel en vochtig, en de berglucht scherp, maar gezond. Wijn-, ooft- en landbouw en vooral de veeteelt vormen er belangrijke bronnen van bestaan. Ook wordt er eene groote hoeveelheid ijzererts opgedolven, terwijl de bodem er tevens lei- en bouwsteen, prachtig marmer, gips, mergel, potklei enz. oplevert. De nijverheid bepaalt er zich vooral tot ijzersmelterij , looijerij, glasblazerij, pottebakkerij, katoenspinnerij, papiermakerij en brandewijnstokerij. Ook wordt er een aanzienlijke handel gedreven met wijn, graan, olie, hout, ijzer enz.