Lind (Jenny), eene uitstekende Zweedsche zangeres, die den naam van „Zweedsche nachtegaal” verwierf, werd geboren te Stokholm den 6den October 1821. Hare ouders hadden eene inrigting van onderwijs, en Jenny betoonde reeds vroeg grooten aanleg voor muziek; elke melodie, welke haar oor bereikte, wist zij terug te geven, zoodat zij eerlang veler opmerkzaamheid wekte. Dat talent nam met de jaren toe, weshalve in 1830 eene voormalige danseres aan de ouders den raad gaf, om haar voor het tooneel op te leiden. Dientengevolge bezocht zij de tooneelschool te Stokholm en genoot het onderwijs van de leeraren in de muziek Crolius en Berg.
Nadat zij reeds vaak in koddige rollen, gedeeltelijk voor haar geschreven, met grooten bijval in den Hofschouwburg gespeeld had, bragt zij op 16-jarigen ouderdom als „Agathe” in den „Freischütz” door haar gezang en haar spel het publiek in verrukking. Zelve echter gevoelde zij, hoeveel haar nog ontbrak, zoodat zij in 1841 naar Parijs vertrok, om er zich onder de leiding van Garcia verder te ontwikkelen. Deze groote meester had echter geene groote verwachtingen van zijne leerlinge, dewijl hare stem eenigen tijd de vroegere veerkracht miste. Niettemin zette zij hare studiën met grooten ijver voort en bragt het zoover, dat Meyerbeer, nadat hij haar had leeren kennen, haar onder gunstige voorwaarden uitnoodigde naar Berlijn. Het vurig verlangen naar haar vaderland en eene vroegere belofte bragten haar echter na verloop van een jaar weder te Stokholm, waar zij uitbundig werd toegejuicht. Op herhaalde uitnoódiging van Meyerbeer ging zij in October 1844 naar Berlijn en vond hier eene ontvangst als zelden aan eene zangeres ten deel viel. Zij bleef er 4 maanden, en haar roem verspreidde zich over geheel Europa. Er kwamen schitterende aanbiedingen uit Londen en Parijs, maar zij vertrok in Maart 1845 weder naar haar vaderland.
In den zomer van dat jaar toog zij naar de feesten aan de Rijn, door den Koning van Pruissen aldaar verordend ter eere van koningin Victoria, en bij die gelegenheid zong zij ook te Frankfort aan de Main en te Keulen. Van November 1845 tot aan den laatsten Maart 1846 bleef zij verbonden aan den Koninklijken schouwburg te Berlijn. Daarna bezocht zij Weenen en bijna alle groote steden van Duitschland, — betrad voorts in 1847 het tooneel te Londen en in andere steden van Engeland, en oogstte overal den grootsten bijval. Nadat zij in Mei 1849 te Londen voor het laatst in den schouwburg was opgetreden, vertrok zij naar NoordDuitschland en Zweden en begaf zich in 1850 over Engeland naar Noord-Amerika, waar zij met uitstekend gevolg concerten gaf, die door den bekenden Barnum werden bestuurd. Daar trad zij in het huwelijk met den begaafden piano-speler en componist Otto Goldschmidt, geboren te Hamburg in 1828, die op het conservatoire te Leipzig onder Mendelssohn Bartholdy gestudeerd en in Amerika haar zang geaccompagneerd had. Toen keerde zij naar Europa terug, vertoefde eenigen tijd te Dresden en vertrok van hier naar Londen, waar zij slechts nu en dan — gewoonlijk voor weldadige oogmerken — op concerten zich liet hooren. Jenny Lind is eene merkwaardige verschijning op muzikaal gebied. Zij onderscheidt zich door den betooverenden klank van hare stem, door hare uitgebreide kennis van de theorie van den zang en door haar voortreffelijk spel, en daarenboven door een zuiveren smaak en een edel karakter.
