Lernutms (Janus) of Jan Lernout), een Zuid-Nederlandsch letterkundige, geboren te Brugge den 13den November 1545, studeerde eerst te Gent en te Antwerpen en daarna nog 7 jaren te Leuven in de letteren en bezocht vervolgens met Justus Iipsius en Victor Giselinus de voornaamste hoogescholen van Frankrijk, Italië en Duitschland.
Hij toefde te Parijs, Padua en Rome en bestudeerde negen jaren lang de oudheden en zeldzaamheden der steden, waar hij zich ophield. Keizer Rudolph II verhief in 1581 hem en zijne nakomelingen in den adelstand, en hij overleed in zijne geboorteplaats den 29sten September 1619. Hij schreef: „Basia, Ocelli et alia poemata (1579)”, — en: „Commentarius de natura et cultu Caroli Flandriae comitis nec non de caede ipsius et vindicta in percussores mox secuta (1621)”.
Zijne „Ocelli” zijn nagevolgd door Daniël Joncktys in: „Rozeljjns oogies”.
— Zjjn zoon Jacobus, geboren in 1577 en overleden in 1623, beoefende desgelijks de Latijnsche poëzij. Van hem heeft men: „Preces metricae a Salomone Macrino, Petro Aurato, Petro Bacherio, Victore Giselino et aliis poëtis, exercitiis Christianae pictatis aptatae (1616)”.