Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kolhase

betekenis & definitie

Kolhase (Hans), inzonderheid bekend als de held van een verhaal van Heinrich von Kleist, was in de 16de eeuw een bemiddeld koopman te Kölln an der Spree (Berlijn) en handelde vooral in honig, spek en haringen.

Op reis naar de Michaelisjaarmarkt te Leipzig (1 October 1532) werd hij in eene herberg te Wellaune door lieden van jonker Günther von Zaschwitz overvallen, en deze ontnamen hem zijne paarden onder voorwendsel dat zij gestolen waren. Omstreeks 10 dagen later kwam Kohlhase, die te Leipzig slechte zaken gedaan had, met een aanbevelingsbrief van den landvoogd weder te Wellaune en verlangde de uitlevering van zijne paarden. De jonker verwees hem naar den regter, en deze wees den eischer de paarden toe tegen betaling van voergeld. Aan deze voorwaarde echter wilde Kolhase niet voldoen. hij begaf zich naar huis, waar hij al zijne bezittingen moest verpanden. Deswege niet weinig vertoornd op den jonker, riep hij de hulp in van den Keurvorst van Brandenburg, zoodat een regtsdag te Düben gehouden werd. Hier vorderde Kolhase schadeloosstelling voor paarden en oponthoud, doch de jonker bleef aandringen op voergeld.

Op aansporing van den Keurvorst nam de eischer de paarden terug, onder voorbehoud, dat hij zijne verdere regten zou doen gelden. Hoewel Kolhase de schadeloosstelling tot 4 gulden verminderde, wilde de jonker er niets van weten. Hierdoor verbitterd, vaardigde Kohlhase eene oorlogsverklaring uit, niet slechts tegen den jonker, maar tegen geheel Saksen. Vruchteloos wendden zich de ingezetenen tot den Keurvorst, om den strijd te voorkomen, doch daar Kohlhase eene minnelijke schikking verlangde, kwam deze door tusschenkomst van Eustachius von Schlieben tot stand met de bepaling, dat hem eene schadevergoeding van 600 gulden zou worden betaald. Inmiddels overleed de jonker, en zijne weduwe weigerde aan die bepaling te voldoen.

Ook de Keurvorst van Saksen verwierp de overeenkomst. In den beginne bleef Kohlhase, op raad van Luther, rustig en stil. Eerst den 14den Maart 1535 verscheen hij dreigend vóór Jüterbogk en den 26sten Mei stak hij te Goming een molen in brand. Andere vijandelijkheden volgden, en nieuwe onderhandelingen liepen vruchteloos af. In 1538 hervatte hij de vijandelijkheden met eenige makkers, van welke sommigen gevat en teregtgesteld werden, terwijl hijzelf steeds ontsnapte. Later roofde hij op Brandenburgsch gebied. Dit wekte den wrevel van den Keurvorst. Kohlhase werd naar Berlijn gelokt, gevangen genomen, ter dood veroordeeld, en den 22sten Maart 1540 geradbraakt.

< >