Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Iberische gebergte

betekenis & definitie

Iberische gebergte (Het) vormt in Spanje den hoogen oostelijken zoom van de centrale hoogvlakte en tevens de waterscheiding tusschen de rivieren, welke aan de eene zijde naar de Middellandsche Zee en aan de andere naar dén Atlantischen Oceaan stroomen, terwijl het zich van het noordwesten naar het zuidoosten uitstrekt. Het bestaat gedeeltelijk uit bergketens en berggroepen, gedeeltelijk uit daartusschen geschovene hoogvlakten, en breidt zich, van den Pancorvopas af, zuidwaarts aanmerkelijk uit in de breedte, zoodat het met zijne takken de oostelijke en zuidelijke hellingen van het bergplateau bedekt en voortloopt tot aan de kust, welke het van den mond der Llobregat tot aan dien der Rio-Segura omgordelt.

Het bedekt het oostelijk gedeelte der beide Castiliën, Valencia en Zuid-Catalonië — in het geheel wel 680 geogr. mijl — en vormt een boog met de bolle zijde naar het noorden gekeerd en bijna 90 geogr. mijl lang. Men splitst dit gebergte in 5 afdeelingen, namelijk: De Oud-Castiliaansche keten of het Idubeda-gebergte op den regter oever der Ebro en in den Siërra de Moncayo opklimmende tot 1800 Ned. el, — de Parameras-keten van Molina, een bergwal met eene kale, vlakke kruin en steile wanden, omstreeks 300 Ned. el hoog,— de Serrania de Cuenca, eene uitgestrekte bergstreek met eene oppervlakte van omstreeks 150 geogr. mijl, tusschen Cuenca, Peralejas, Teruël en Requena gelegen en bestaande uit eene hoogvlakte met een aantal bergtoppen, die ongeveer 150 Ned. el hoog zijn, — het noordelijke bergterras van Valencia, eene woeste bergstreek met talrijke kloven en steile hellingen, terwijl er de driepuntige kegel van den Penagoloso ter hoogte van 2300 Ned. el verrijst, — en het gebergte van Zuid-Valencia met een aantal evenwijdige bergtakken, door breede dalen gescheiden, en bij hunnen loop naar de kust allengs hooger wordend, zoodat onderscheidene toppen er eene hoogte bereiken van 2000 Ned. el.

Het Ibérische gebergte schijnt hoofdzakelijk tot de juravorming en tot de oudere tertiaire vormingen te behooren. Marmer en zandsteen vindt men er in overvloed.