Homoloog is afkomstig van een zamengesteld Grieksch woord, hetwelk gelijknamig, gelijkluidend beteekent. Homoloog noemt men in de scheikunde zoodanige (organische) koolstofverbindingen, welke overeenkomstige bestanddeelen en eigenschappen bezitten, zoodat de kennis van het zamenstel, de werking en de verandering van één dier ligchamen van zulk eene groep voldoende is voor de bepaling der overige. Zulke homologe ligchamen leveren ook homologe verbindings- en ontledingsproducten.
Zij vormen homologe reeksen, waarin elk volgend ligchaam wordt uitgedrukt door de formule van het voorgaande + n-koolstof (C) en + 2n-waterstof (H). Als voorbeeld laten wij hier de formules volgen eener homologe reeks van vette zuren en de daarbij behoorende alkoholsoorten:
C Hs 02 Mierenz. C H4 O Methylalk.
C2 H4 02 Azijnzuur C2 H6 O Aethylalk.
C3 H6 02 Propionz. C3 Hs O Propylalk.
C4 Hs 02 Boterzuur C4 HI0O Butylalkoh.
C5 H10 02 Valeriaanz. C5 H12 O Amylalkoh.
C16 H32 02 Stearinez. C16 H32 O cetylalkohol Deze regelmatige opklimming strekt zich desgelijks uit tot de kookpunten, welke bij genoemde vetzuren van lid tot lid ongeveer 20° C. verschillen. Men heeft een groot aantal van zulke homologe reeksen, en het zal ieder duidelijk zijn, dat de leer van deze, gelijk zij door Laurent en Gerhardt is voorgesteld, van belang blijft voor eene stelselmatige rangschikking der koolstofverbindingen.