Hippocrateaceën is de naam eener plantenfamilie, die klimmende heesters en boomen omvat, en zich door de volgende kenmerken onderscheidt: De bladeren zijn tegenoverstaand, enkelvoudig, vindeelig en eenigzins lederachtig, de bijbladen klein en afvallend, de bloemen regelmatig, tweeslachtig, klein en tot okselstandige trossen vereenigd, de kelk is 5-deelig en overblijvend, de bloemkroon 5-bladig, terwijl de bloembladen aan den voet breed en tusschen den kelk en het vruchtbeginsel bevestigd zijn. De meeldraden, 3 (zelden 5) in getal, zijn aan den voet tot een beker rondom het vruchtbeginsel of tot een schijfvormigen bloembodem zamengegroeid en met éénhokkige helmknopjes gekroond. Het vruchtbeginsel is 3-hokkig, veel-eijïg, de stijl enkelvoudig en de stempel enkelvoudig of 3-kleppig. De vrucht is eene zaaddoos of eene bes.
De zaden zijn somtijds gevleugeld, doch zonder kiemwit. De kiem is regt met naar den navel gerigte worteltjes; de zaadlobben zijn plat, eenigzins vleezig en onderling zamengegroeid. De meeste soorten vindt men in Zuid-Amerika, — er zijn er echter ook in Afrika en Azië.