Onder dezen naam vermelden wij:
Friedrich Herlin, een uitstekend schilder en beeldhouwer der oud-Duitsche school. Hij was een leerling van van Eyck; wij vinden hem in 1442 werkzaam te Ulm, en in 1460 te Nordlingen, waar hij den 12den October 1491 overleed. In de Georgs-kerk van laatstgenoemde stad vindt men nog onderscheidene voortreflijke schilderijen van zijne hand, — voorts 8 stukken in de Jacobs-kerk te Rothenburg, — in den dom te Meiszen „De aanbidding der Koningen”, — en in de Mauritskapél te Nürnberg 2 stukken met onderscheidene Heiligen. Ook op het gebied der houtsnijkunst heeft hij voortreffelijke stukken geleverd. Zijne zonen Jesse en Hans waren desgelijks verdienstelijke schilders.
Gautier Herlin, een dapper, maar woest krijgsman in onzen vrijheidsoorlog tegen Spanje. Hij was geboren te Valenciennes, en zijn vader, aldaar kapitein toen de stad in 1567 door Noircarmes werd ingenomen, moest bij die gelegenheid zijn ijver voor de Hervorming met den dood boeten, terwijl 8 dagen later ook de oudste zoon van dezen onthoofd werd. Nu nam Gautier met nog 3 andere broeders in vertwijfeling dienst onder de Wilde Geuzen. Zijne broeders werden gegrepen en opgehangen, en hij zelf zag zich, nadat men hem neus en ooren afgesneden had, tot den brandstapel veroordeeld. Hij ontsnapte evenwel en verbrandde nu uit wraakzucht alle priesters en Spanjaarden, die in zijne handen vielen. Voorts was hij één van de opperhoofden der Watergeuzen bij de verovering van den Briel. De tijd van zijn dood is onbekend.