Gwalior, in het Indisch Kawariar, is een met Groot-Brittanje verbonden Staat in de oude provincie Agra en omvat de bezittingen der Mahratten-dynastie Scindia, welke op 1558 □ geogr. mijl eene bevolking tellen van 3½ millioen zielen. De regérende vorst, den titel van Maharadsja (Grootvorst) voerende, betaalt eene jaarlijksche schatting van 180000 pond sterling aan het Britsch Bestuur. De belangrijkste voortbrengselen van dit vruchtbare land zijn wijn, opium en katoen. — De hoofd- en residentiestad Gwalior ligt 15 geogr. mijl van Agra in eene vlakte aan de Soebanrika, welke alleen in den regentijd van water voorzien is.
Men heeft er lange straten, vele steenen huizen, en 50000 inwoners. Aan de westzijde verheft zich de beroemde vesting van dien naam, de sterkste van Vóór-Indië en het Indische Gibraltar genaamd, op eene steile zandsteenrots ter hoogte van omstreeks 100 Ned. el. Ten noordoosten van de stad verrijst de citadel, en binnen hare muren bevinden zich ruime gebouwen voor eene bezetting van 15000 man.
