Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Guacháro

betekenis & definitie

Guacháro of vetvogel, door von Humboldt bestempeld met den naam van Steatornis caripensis, is die van een vogelgeslacht, hetwelk men op het vaste land van Zuid-Amerika en op eenige West-Indische eilanden aantreft. Hij is zoo groot als eene hen en voedt zich merkwaardigerwijze met harde zaden, terwijl hij tot de nachtvogels behoort en met betrekking tot den vorm van snavel en pooten op den insecten-etenden Geitenmelker gelijkt. Hij schuwt het daglicht en bevindt zich onder de natuurlijke brug van Pandi bij Bogóta in Nieuw-Grenada, in de grotten van Guadeloupe en Trinidad, en vooral in verbazende menigte in de Grot van Guacharo in het dal van Caripe bij Cumana in Venezuéla.

De ingang tot deze grot is ruim 20 Ned. el hoog, maar bewassen met een tropischen plantengroei, en in die grot nestelen tegen het gewelf, ter hoogte van 15 tot 20 Ned. el, duizende guacharo ’s, die bij het vallen van den avond, vooral bij maneschijn, dat verblijf verlaten om voedsel te zoeken. Ontzettend is het gedruisch der vogels, wanneer men met fakkellicht hunne schuilplaats bezoekt. Telken jare, op een bepaalden tijd, stooten de Indianen er met lange stokken de nesten van het gewelf en dooden duizende vogels, om zich van het vet meester te maken, hetwelk in plaats van olie en boter gebruikt wordt.

< >