Gog en Magog

betekenis & definitie

Gog en Magog zijn de namen van een fabelachtig vorst en volk, die in de profetieën van Ezechieël (XXXVIII en XXXIX) worden vermeld. Hij stelt hen voor als komende uit het noorden en voorspelt, dat zij bij hun inval in Kanaän geheel vernietigd zullen worden. Ook bij Arabische schrijvers en in de Openbaring van Johannes (XX: 8) worden Gog en Magog genoemd. — Men geeft dien naam ook aan 2 reusachtige steenen standbeelden in de Guildhall-zaal te Londen. Volgens de sage zijn zij er geplaatst ter gedachtenis van de zegepraal van een Saksischen reus op een reus van Cornwallis; beiden zijn met een pantser gedekt en met een zwaard gewapend, — de een is met een lauwerkrans, en de ander met een eikenkrans versierd. — Ook bij den jaarlijkschen optogt van den lord-mayor (9 November) bevinden zich 2 zonderling opgetooide papieren poppen, die de namen van Gog en Magog dragen.