Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gablenz

betekenis & definitie

Gablenz (Ludwig Karl Wilhelm, vrijheer von), generaal der kavallerie in Oostenrijksche dienst, geboren te Jena den lOden Julij 1814, werd na den slag bij Custozza (1848) majoor bij den generalen staf, zag zich vóór en na belast met diplomatische zendingen en was in 1854 generaal-majoor bij het Donau-leger. In den oorlog van 1859 onderscheidde hij zich vooral bij Solferino, waar hij na het sneuvelen van graaf Reischach het bevel over de divisie op zich nam en daarmede door de verdediging van Cavriana den aftogt van het centrum dekte. In 1863 werd hij luitenantveldmaarschalk en zag zich het volgend jaar belast met het bevel over het Oostenrijksche armee-korps, waarmede hij den lsten Februarij over de Eider trok. Na de overwinning bij Oberselk en de bestorming van Königsberg bezette hij Sleeswijk, behaalde nogmaals eene overwinning bij Oeversee en rukte voorwaarts in Jutland, waar hij bij Veile wederom zegepraalde.

Gedurende korten tijd voerde hij nu het bevel over het 5de korps te Verona, en werd in 1865 benoemd tot stadhouder van Holstein. In die moeijelijke betrekking wist hij met bezadigdheid het gezag te handhaven, totdat hij bij het uitbarsten der vijandelijkheden in 1866 dat gewest verliet, om het kommando te aanvaarden over het 10de Oostenrijksche armee-korps, waarmede hij bij Trautenau eenige voordeelen op de Pruissen behaalde. Hij nam vervolgens deel aan den slag bij Königgrütz, ging tot 2-maal toe als afgevaardigde naar het Pruissische hoofdkwartier, om de onderhandelingen te leiden, en werd daarna wegens ongesteldheid eenigen tijd non-actief. In 1867 nam hij zitting in het Huis der Heeren, waar hij zich een voorstander betoonde van vrijzinnige beginselen. In hetzelfde jaar keerde hij terug tot de werkelijke dienst, en voerde eerst bevel in Croatië en Slavonië, vervolgens aan de Militaire Grenzen, en in 1869 in Hongarije. In 1871 woonde hij te Berlijn den intogt bij der uit Frankrijk terugkeerende troepen, daar hij afgevaardigd was naar de onthulling van het gedenkteeken, ter eere van Frederik Willem III verrezen. In November van dat jaar verzocht hij om pensioen, hetwelk hem tegelijk met het grootkruis der Leopolds-orde werd toegekend. Vervolgens vestigde hij zich in Zwitserland, en bragt op den 28sten Januarij 1874, wegens geldelijke zwarigheden, door beursspel veroorzaakt, zich zelven om het leven.