Fralm

betekenis & definitie

Fralm (Christian Martin), een beoefenaar der Oostersche letteren, der penningkunde en der geschiedenis, werd geboren den 4den Junij 1782 te Rostock, oefende er zich in de Oostersche talen, ging als leeraar naar Zwitserland, keerde vervolgens terug naar zijne geboortestad en werd in 1807 benoemd tot hoogleeraar in het Oostersch te Kasan. In 1815 werd hij gewoon lid van de Keizerlijke Académie van Wetenschappen, bestuurder en eerste bibliothecaris van het Aziatisch muséum en staatsraad te Petersburg, maakte zich door het verzamelen van handschriften en munten zeer verdienstelijk en overleed aldaar den 16den Augustus 1851. Hij schreef: „Recensio nummorum Muhamedanorum academiae imperialis scientiarum Petropolitanae (1826)”, waarvan het tweede deel in de „Opusculorum posthumorum pars prima (1855)” te vinden is, — „Sammlung kleiner Abhandlungen, die mohammedanische numismatik betreffend (1833)” met eene „Neue Sammlung (1844)”, — en „Topographisches Uebersicht der Ausgrabungen von altem arabischen Gelde in Ruszland (1841)”. Ook handelde hij over de geschiedenis van Rusland in „Ibn-Foszlan’s und anderer Araber Berichte über die Ruszen älterer zeit (1823)”.