Forchhammer

betekenis & definitie

Forchhammer (Peter Wilhelm), een verdienstelijk oudheidkundige, geboren te Husum in 1803, studeerde te Kiel in de wijsbegeerte en letteren, werd er eerst privaatdocent en in 1837 hoogleeraar, en bleef er vervolgens in die betrekking werkzaam. In 1830 deed hij eene wetenschappelijke reis door Italië en Griekenland, en in 1838 eene tweede naar Griekenland en Klein-Azië, waarna hij over Egypte en Rome terugkeerde. Dien ten gevolge schreef hij „Hellenika (1837)”, — „Topographie von Athen (1841)”, — „Beschreibung der Ebene von Troja (1850)”, — „Topographia Thebarum heptapylarum (1854)”, — „Halkyonia”, — alsmede „Ueber die Reinheit der Baukunst (1856)”, — „Die cyklopischen Mauern(1847)”, — en „Die Athener und Socrates, oder die Gesetzlichen und der Revolutionär (1837)”. Voorts gaf hij onderscheidene redevoeringen uit, terwijl hij door kleine geschriften veel licht heeft verspreid over de wijsbegeerte van Aristoteles. — Zijn oudere broeder Johann Georg Forchhammer, geboren te Husum den 26sten Julij 1794 en sedert 1835 hoogleeraar in de delfstofkunde te Kopenhagen, schreef onder anderen: „Kristallographie (1833)”, — „Denmarks geognostiske Forhold (1835)”, — en „Bidrag til Skildringen of Denmarks geographiske Forhold (1837)”, — en overleed den 13den December 1865.