Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Ervaring

betekenis & definitie

Ervaring noemt men zoodanige kennis, welke door juiste, zintuigelijke waarneming verkregen wordt. Inzonderheid geeft men dien naam aan datgene, wat omtrent de natuur op grond van wetenschappelijke waarnemingen of opzettelijk daartoe genomene proeven wordt vastgesteld. Daarom heeft men de natuurkunde met den naam van ervaringsleer bestempeld (zie onder Empirie). Zij staat derhalve tusschen de exacte wetenschappen, die op eene onverbiddelijke logica berusten, en de bespiegeling, die op de vleugelen van verbeelding en verstand in het onbekende zoekt door te dringen.

Intusschen is de ervaring enkel de stof, die door het denkvermogen tot algemeene begrippen of tot een bepaald stelsel moet verwerkt worden. Bestaat dus in onzen tijd eene neiging, om alleen aan de ervaring gezag toe te kennen en zich onder de vaan te scharen van Auguste Comte, den schrijver der „Philosophie positive”, — zij is volgens anderen, even eenzijdig als de bespiegelende wijsbegeerte van Hegel. De eerste leidt tot eene matérialistische, de tweede tot eene ideale wereldbeschouwing. Er bestaat trouwens ook geene reden, waarom ervaring en bespiegeling elkander niet zusterlijk zouden ondersteunen.

Van de ervaring onderscheidt zich de ondervinding, doordien deze laatste gewoonlijk betrekking heeft op feiten uit het dagelijksch leven, die meer strekken tot vermeerdering van ’s menschen levenswijsheid dan tot grondslag voor eenig wetenschappelijk stelsel.