Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duller

betekenis & definitie

Duller (Eduard), een Duitsch dichter en geschiedschrijver, geboren te Weenen den 8sten November 1809, studeerde aldaar in de wijsbegeerte en in de regten en schreef reeds op 17-jarigen leeftijd het drama „Meister Pilgram”, hetwelk met bijval ontvangen werd. Daarop volgde het treurspel „Der Rache Schwanenlied”. Zijne vrijzinnige gevoelens noopten hem, Oostenrijk te verlaten, en hij begaf zich naar München, waar hij onder den titel „Die Wittelsbacher (1831)” eene reeks van balladen uitgaf.

Nadat hij vervolgens eenigen tijd te Trier in vriendschappelijken omgang met Sallet vertoefd had, ging hij in 1834 naar Frankfort en in 1836 naar Darmstadt, waar hij tot 1849 bleef en ijverig deel nam aan de DuitschKatholieke beweging. In laatstgenoemd jaar spoedde hij zich naar Mainz, waar hij in 1851 leeraar werd der Duitsch-Katholieke gemeente, en overleed te Wiesbaden den 23sten Julij 1863. Hij is als journalist, dichter en geschiedschrijver krachtig werkzaam geweest, om kennis en beschaving te bevorderen en edele gevoelens bij zijne tijdgenooten op te wekken. Vooral zijne gedichten getuigen van zijne rijke verbeelding, van zijne gewijde geestdrift en van zijn meesterschap over de taal.

Daartoe behooren: „Der Fürst der Liebe (1842)”, en „Gesammelte Gedichte (1845)”. Van zijne novellen noemen wij: „Kronen und Ketten (1835, 3 dln)”, — „Loyola (1836—1837, 3 dln)”, — en „Kaiser und Pabst (1838, 4 dln)”. Zijn hoofdwerk is echter de „Vaterländische Geschichte (1852—1857, 6 dln)”, — voorts schreef hij „Geschichte des deutschen Volks (1840, 3de uitgave 1845, 2 dln, in 1861 omgewerkt door Pierson)’, — „Geschichte der Jezuïeten (1845, 3de uitgave 1861)”, — een vervolg op Schiller’s „Geschichte des Abfalls der Vereinigten Niederlande (1841, 3 dln)”, — „Die Donauländer (1839, 3de uitgave 1848)”, enz.

< >