Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dippel

betekenis & definitie

Dippel (Johann Konrad), een dweeper, geboren op het slot Frankenstein bij Darmstadt den lOden Augustus 1673, studeerde te Gieszen eerst in de godgeleerdheid en daarna in de medicijnen en regten, omdat, hij het juk der regtzinnigheid niet wilde torschen. Daarna dwaalde hij rond in verschillende gewesten van Duitschland en de Nederlanden, hield te Straatsburg voorlezingen, legde zich te Berlijn gedurende 3 jaar met ijver toe op de pharmaceutische chemie, verwierf als arts te Amsterdam grooten roem, en begaf zich vervolgens naar Denemarken, waar hij zoozeer aan zijn haat jegens de geestelijkheid den teugel vierde, dat hij op Bornholm in den kerker geworpen werd.

Na het herkrijgen zijner vrijheid ging hij naar Zweden en was er zoo gelukkig in de geneeskundige practijk, dat de Koning hem bij eene ernstige ziekte naar Stokholm riep; doch op aandringen van de geestelijkheid moest hij ook dit land verlaten, begaf zich naar Berleburg, en overleed plotselijk op het kasteel Wittgenstein den 25sten April 1734.

Zijne dweeperij bestond daarin, dat hij aan de hand van Spener de godsdienst beschouwde als in liefde en zelfverloochening gelegen, zoodat hij vele kerkelijke leerstellingen als onverschillige zaken verwierp. Voor ’t overige bezat hij een schat van kennis, vooral op het gebied der scheikunde. Hij legde door zijne ontdekkingen den grondslag voor de bereiding van het Berlijnsch blaauw. Zijne talrijke geschriften gaf hij in het licht onder den pseudoniem Christianus Demócritus.

De door hem uitgevonden en naar hem genoemde Dippels-olie of Oleum cornu cervi rectificatum was lang als een algemeen geneesmiddel in de geneeskunde in gebruik en wordt bereid door dierlijke olie zoo vaak te destilléren, dat er geene zwarte stof achterblijft; dit geschiedt eerst na 15 overhalingen. Intusschen bereidt men ze tegenwoordig meestal door gedeeltelijke rectificatie, somtijds zuiver, somtijds onder bijvoeging van water.

Deze laatste olie is eerst kleurloos, heeft een soortelijk gewigt van 0,750, een sterken, onaangenamen reuk, en een prikkelenden, walgingwekkenden smaak, zoodat zij van de eigenlijke Dippels-olie aanmerkelijk verschilt. Deze is een mengsel van onderscheidene basische verbindingen, die gedeeltelijk door destillatie, doch ten volle alleen door kristallisatie van hare platinachloride-verbindingen gescheiden kunnen worden. Anderson en Williams hebben ze nader onderzocht en vonden daarin pyridine, picoline, lutidine, collidine, leucoline, lepidine, parvoline en pyrrhol-bases.

< >