Clignett

betekenis & definitie

Clignett (Jacob Arnold), een uitstekend Nederlandsch taalkundige, werd geboren in 1756, studeerde te Leiden, vestigde zich aldaar als advocaat, werd in 1813 raadsheer in het Hooggeregtshof te ’s Hage, en overleed den 30sten December 1827. Hij heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt door eene wetenschappelijke beoefening der Nederlandsche taal. Hij bezorgde de uitgave van den „Teuthonista of' Duytschlander” van Gherard van der Schuere (1804), — schreef met Johannes Steenwinkel „Taelkundige mengelingen (1781—1786, 6 stukjes)”, — leverde met hem eene uitgave van den „Spiegel-Historiaal” van Maelant, en deed zijne „Bijdragen tot de oude Nederlandsche letterkunde (1819)”, en zijn „Vertoog over het aantal handschriften, door Huidecoper gebruikt bij de uitgaaf der Rijmkronyk van Melis Stoke (1825)” in het licht verschijnen. Clignett was lid van de Tweede Klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut.