Choulant (Ludwig), een uitstekend Duitsch geneeskundige, geboren te Dresden den 12den November 1791, wijdde zich eerst aan de artsenijmengkunde en studeerde daarna te Dresden en te Leipzig in de geneeskunde. Eerst werd hij geneesheer te Altenburg, daarna geplaatst aan het Koninklijk ziekenhuis te Dresden, en in 1823 hoogleeraar in de theoretische en in 1828 in de practische heelkunde. Hij werd hofraad, vergezelde in 1837 prins Johann op eene reis naar Italië, werd in 1842 rector der Académie, in 1844 medicinaal-raad bij het ministérie, en overleed den 18den Junij 1861.
Reeds tijdens zijn verblijf te Altenburg was hij mede-redacteur van het „Anatomisch-physiologisch Real Wörterbuch” en van de „Allgemeine medicinische Annalen” van Pierer. Van zijne talrijke geschriften vermelden wij: „Tafeln zur Geschichte der Medicin (1822)”, —„Anleitung zur ärztlichen Receptirkunst (1825 en 1834)”, — „Lehrbuch der speciellen Pathologie und Therapie des Menschen (1831, 3de uitgave 1838)”, in het Nederlandsch vertaald door dr. L. Ali Cohen, — en „Anleitung zur ärztlichen Praxis (1836)”. Voorts bezorgde hij eene uitgave der werken van Benvenuto Cellini, en schreef eene opera, getiteld: „Libussa, Herzogin von Böhmen (1823)”.