(Guillaume Amfrye de), Chaulieu de Fransche Anacreon genoemd, werd geboren in 1639 te Fontenay en verwierf, door de gunst van den hertog van Vendóme en diens broeder, den groot-prior van Malta, de abtdij van Aumale en eenige andere geestelijke bedieningen, die hem een jaargeld opbragten van 30000 livres. Hjj vestigde zich in den Temple, het paleis van genoemden hertog, en bragt zjjne dagen door met het vervaardigen van een aantal bevallige gedichten, die getuigenis geven van zijne levendige verbeeldingskracht, van zijne onuitputtelijke geestigheid en van zjjn meesterschap over de taal. Zelfs in hoogen ouderdom, door podagra gepijnigd en van het licht der oogen beroofd, deed hij zijne levenslustige liederen hooren.
Hij overleed den 27sten Junjj 1720. Zijne gedichten zijn te Amsterdam in 1724 en 1733 uitgegeven.