Calidius (Marcus), een beroemd Romeinsch redenaar, stemde in het jaar 57 vóór Chr. vóór het terugroepen van Cicero uit de ballingschap, sprak vóór de vrijheid der inwoners van Tenedos, verdedigde M. Scaurus en Gabinius, en verleende bijstand aan Milo na het vermoorden van Clodius. Vruchteloos zocht hij het consulschap te verwerven en hij werd door de gebroeders Gallius „de ambitu (zie Ambitus) aangeklaagd.
In het jaar 49 stemde hij voor het besluit, dat Pompéjus naar zijne provincie zou vertrekken, om alzoo den burgeroorlog te verhoeden. Nadat Caesar over de Rubico getrokken was, schaarde hij zich trouwens aan diens zijde en overleed te Placentia als praetor van Gallia togata. Cicero roemt de sierlijkheid en welluidendheid, maar laakt tevens de gekunsteldheid van zijne redevoeringen.