Calas (Jean), het slagtoffer van godsdienst haat en van de gebrekkige Fransche regtsbedeeling in de voorgaande eeuw, werd geboren den 19den Maart 1698 te Lacaparède bij Chartres en woonde als Protestantsch koopman te Toulouse met zijn gezin, hetwelk uit zijne echtgenoote, 4 zonen, 2 dochters en eene R. Katholieke dienstmaagd bestond, geruimen tijd in ongestoorden vrede.
Zijn oudste zoon Marc Antoine, die in de regten gestudeerd had en op aansporing der dienstmaagd tot de R. Katholieke kerk was overgegaan, vond men in October 1761 opgehangen aan de deur van den winkel. Eene diepe zwaarmoedigheid, die zich reeds lang van hem had meester gemaakt, was ongetwijfeld de oorzaak van dien zelfmoord. Het graauw, door gewetenlooze priesters opgehitst, beweerde echter, dat de jongeling door zijne eigene bloedverwanten uit haat tegen de R. Katholieke godsdienst was omgebragt.
Het geheele huisgezin werd in den kerker geworpen, en eene geestelijke broederschap bezorgde aan den overledene eene plegtige begrafenis; ook de Dominicanen hielden eene lijkdienst voor den gewaanden martelaar, en niemand twijfelde aan de schuld der ketters. Folteringen zouden hen tot bekentenis dwingen, maar zij appelleerden aan het Parlement. Dit verklaarde, hoewel met eene kleine meerderheid, de beschuldiging gegrond en gaf bevel, om Calas op gewone en op buitengewone wijze te pijnigen, hem te radbraken en het lijk te verbranden.
Dit vonnis werd den 9den Maart 1762 ten uitvoer gelegd. Calas onderging het met ongemeene standvastigheid, en een ander van zijne zonen werd in een klooster opgesloten, vanwaar hij echter ontsnapte. Zijn gezin begaf zich nu naar Genève, waar zijne ongelukkige weduwe, wier verstandelijke vermogens door dat ongeval veel geleden hadden, een groot aantal vrienden vond.
Voltaire, die toen te Ferney zijn verblijf hield, gaf kennis van die zaak aan den Staatsraad te Versailles en vorderde eene revisie van het procés, terwijl de beroemde advocaten Elie de Beaumont en Loisseau de Mauleons openljjk de verdediging van Calas op zich namen, en geheel Frankrijk in gespannen verwachting den afloop verbeidde.
Na inzage te hebben genomen der acten, door het Parlement uit Toulouse ontvangen, werd in 1765 door den Koning en den Staatsraad met algemeene stemmen het vonnis vernietigd; zij verklaarden Calas onschuldig aan de hem ten laste gelegde misdaad en verleenden zijne familie aanzienlijke geschenken alsmede de teruggave der verbeurd verklaarde goederen. Eene levendige voorstelling dezer gebeurtenis vindt men in het werk van Bungener ,,Trois sermons sous Louis XV’’. Zij is meermalen voor het toneel bewerkt en ook schilders hebben daaraan stof ontleend voor merkwaardige kunstgewrochten.