Onder dezen naam vermelden wij:
Pieter van Bruhezen of Petrus Bruhezius, een Nederlandsch geneeskundige. Hij werd geboren te Riethoven in de Meijerjj van ’s Hertogenbosch, en was eerst lijfarts van Eleonora, koningin van Frankrijk en later stadsgeneesheer te Brugge. Het schijnt, dat hij overleden is omstreeks het 1571. Hij heeft eenige Latijnsche werken nagelaten van geneeskundigen inhoud en onder deze bevindt zich “De Thermarum Aquisgranensium viribus etc. (1555)”.
Johannes van Bruhezen, licenciaat in de regten en aartsbisschop van Utrecht. Hij werd geboren te Breda den 3den Mei 1527 en bekleedde na de voleinding zijner studie weldra aanzienlijke ambten te Utrecht, onder anderen dat van Pauselijk protonotarius. In 1549 werd hij domheer, in 1573 deken van het kapittel van den Dom en eindelijk Officiaal- en algemeen-vicaris der Utrechtsche kerk. Hij was een ijveraar voor zijne godsdienst en een vijand van Oranje en van alle Hervormden. Daarom werd hij in 1578 tot bisschop van Groningen en kort daarna tot aartsbisschop van Utrecht benoemd. Bij het veld-winnen der Hervorming en der Nederlandsche onafhankelijkheid moest hij echter die stad verlaten, zoodat hij zich eerst naar Amersfoort, toen naar Emmerik en eindelijk naar Keulen begaf, waar hij den 10den September 1600 overleed. — Zijn broeder Engelbert van Bruhezen, thesaurier van het kapittel van den Dom te Utrecht, teekende in 1576 vanwege de Staten van Utrecht de Unie te Brussel en stond ook bij de Algemeene Staten des Lands in hooge achting.