Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bright

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

John Bright, de leider der onafhankelijke liberalen in het Britsche Huis der Gemeenten. Deze staatsman, geboren den 16den Novem­ber 1801 te Greenbank hij Rochdale, waar hij aan het hoofd staat van eene uitgebreide katoenspinnerij, behoort tot de secte der Kwakers, vermeerderde zijne kennis door groote reizen, trad reeds vroeg als volksre­denaar op, en werd in 1843 door Durham naar het Parlement afgevaardigd, waar hij als een strijdgenoot van Cobden ijverig werkte voor de opheffing der graanwetten. In 1847 werd hij door Manchester met Gibson tot vertegenwoordiger gekozen. In 1851 deed hij in persoon onderzoek naar de kerkelijke be­weging in Ierland en kwam met de tegen­standers der Staatskerk in overleg, om als redenaar op te treden voor de gelijkstelling der kerk in Ierland. In 1853 was hij eender voortreffelijkste sprekers op het vredes-congrès te Edinburg. Wegens zijn overhellen tot de Russische zijde en zijne afkeerigheid van den oorlog werd hij in November 1854 te Manchester in beeldtenis verbrand, en door zijne inspanning in het Parlement gevoelde hij zich zoo uitgeput, dat hij zich in 1854 tot herstel zijner krachten naar Italië begaf. In 1857 verloor hij zijn zetel voor Manches­ter, maar weldra zag hij zich verkozen te Birmingham, zoodat hij in 1858 op nieuw in het Huis der Gemeenten verscheen.

Aanvan­kelijk ondersteunde hij het ministérie Derby, maar later vereenigde hij zich met de Whigs, om het te doen vallen. Zijn verlangen naar uitbreiding van het stemregt, hoe krachtig hij daarvoor ook strijden mogt, bleef intusschen onvervuld, terwijl zijne vredelievende staatkunde in de jaren 1863 en 1S64 door de regering gehuldigd werd. In dienzelfden tijd koos hij met zijne vrienden de partij der Noordelijke Amerikaansche staten, terwijl de Engelschen meerendeels de Zuidelijke beguns­tigden. Na de zegepraal der Noordelijken vestigde Bright op nieuw het oog op de ge- wenschte hervormingen in het stemregt en ondersteunde in 1866 de gematigde reformbill van Russell en Gladstone, hoewel hij door zijne tegenstanders als een volksmenner en een beroerder des lands werd uitgekreten. De aangevallene schitterde echter evenzeer door zijne kalmte als door zijne welsprekendheid, en het was voor hem eene groote zelfvol­doening, toen in de zitting van 1867 een reform-bill, waarin zijne hoofddenkbeelden waren opgenomen, eindelijk tot wet verhe­ven werd.

Eene andere aangelegenheid — het reeds vermelde Iersche vraagstuk — vergde nu al de kracht van den moedigen strijder. In de zitting van 1868 kwam hij terug op zijne vroe­gere plannen en ijverde niet alleen voor de “suspensory-bill” van Gladstone, maar eischte ook eene Iersche “land-bill.” Bright, die zich in eene langdurige parlementaire leerschool gevormd had, als volkredenaar door niemand in Groot-Brittanje geëvenaard, en als spreker in het Huis der Gemeenten ter naauwernood door Gladstone overtroffen werd, genoot door zijn onafhankelijk standpunt de achting van alle partijen en oefende door zijn talenten en karakter een belangrijken invloed op den loop der zaken. Toen in den herfst van laatstge­noemd jaar de verkiezingen in den geest der liberalen uitvielen en Gladstone met de zamenstelling van een nieuw ministérie belast werd, kwam Bright derhalve in de eerste plaats in aanmerking als lid van het kabinet. Vruchte­loos werden hem onderscheidene portefeuilles aangeboden. Hij had er een afkeer van, zijne volkomene vrijheid door een staats-ambt aan banden te leggen. Ten laatste liet hij zich door zijne vrienden bewegen, om als minister van Koophandel op te treden. Door de Koningin werd hij op de eervolste wijze ontvangen, en het opdragen der ministeriële betrekking aan een democraat als Bright baarde algemeen opzien.

Aan de Iersche zaak bewees hij nu belangrijke diensten, maar het bleek tevens, dat de bank der ministers geene plaats was, die met zijne inborst strookte. De man der vrije beweging, wiens vurige welsprekendheid geene angstvallig gestelde perken kende, bragt meermalen de diplomatieke achterhou­dendheid zijner ambtgenooten geweldig in de engte. Daarenboven veroorloofde zijn werk­zame geest zich naauweljjks de noodige rust. Reeds vóór den aanvang der zitting van 1870 was zijne wankelende gezondheid door over­spannen arbeid zoodanig geschokt, dat hij een lang verlof moest aanvragen, hetwelk ge­volgd werd door het nederleggen der porte­feuille op den 20sten December van laatstge­noemd jaar. Intusschen behoudt hij een be­langrijken invloed, en ook nog in de laatste dagen (November 1871) ontving hjj dringende aanzoeken, om weder in het Parlement of in het Landsbestuur werkzaam te wezen. Onaf­hankelijkheid, onpartijdigheid, vastheid van beginselen en eene ijzeren consequentie ken­merken dezen voortreffeljjken staatsman. Wat hij als redenaar kon leveren, bljjkt ook uit eene verzameling van zijne redevoeringen, die in 1869 in 2 deelen in het licht verscheen. Bright en Gladstone — deze laatste is thans het hoofd van het Britsche kabinet — zijn de uitstekendste vertegenwoordigers der vrijzin­nige partij in Engeland.

Sir Charles Tilston Bright, een Engelsch ingenieur. Hij werd geboren in 1832 en wijdde zich aan de studie der telegraphie, en muntte zoodanig uit, dat hij in 1853 be­noemd werd tot ingenieur der Engelsch-Iersche telegraaf-compagnie. In die betrek­king legde hij den onderzeeschen kabel van Engeland naar Ierland en ontwierp in 1856 met Cyrus Field het plan der telegraphische verbinding van Europa en Amerika. Hij werd hoofd-ingenieur van die belangrijke onderne­ming, en toen, na eene aanvankelijke mis­lukking in 1857, de kabel in 1858 gelegd was, werd hij toegejuicht van beide zijden van den Oceaan en door den Vice-Koning van Ierland tot ridder benoemd. Ook deze draad werd echter weldra door beschadiging on­bruikbaar, en daar men vooreerst het her­vatten der pogingen tot verbinding staakte, werd Bright ingenieur bij de Britsche Telegraaf-Compagnie, voor welk hij een kabel legde door de Perzische golf naar Indië. Hij volbragt dit belangrijk werk in 1864.

< >