Brenner (Richard), een verdienstelijk reiziger in de binnenlanden van Afrika, werd geboren te Merseburg den 30sten Junij 1833. Aanvankelijk legde hij zich toe op de bosch-cultuur en stond vervolgens aan het hoofd van onderscheidene suikerfabrieken in de provincie Saksen en in Brunswijk. De lust tot reizen was bij hem levendig geworden, en toen de baron von der Decken zich gereed maakte tot eene tweede expeditie naar het oosten van Afrika, bood Brenner zich aan, om mede derwaarts te trekken, zoodat hij als jager en geheimsecretaris van den baron tegen het einde van 1864 te Zanzibar aan land stapte.
Van Februarij tot Julij 1865 nam hij deel aan het onderzoek naar de Oost-Afrikaansche kustrivieren de Dana, de Thoela en de Sjamba, en in Augustus en September van dat jaar aan den togt op de Ioeba. De stoomboot Welf bereikte den 19den September de stad Berdera, geraakte den 26sten aan den grond en werd door de inboorlingen overvallen, zoodat de opvarenden in booten de rivieren moesten afvaren, terwijl von der Decken en de geneesheer Dr. Link, die zich eenige dagen te voren naar Berdera hadden begeven, aldaar den 3den October werden vermoord. Met moeite bereikte Brenner met zijne togtgenooten den mond van den Ioeba en vervolgens Zanzibar. Toen hij in Duitschland was teruggekeerd, ontving hij van de familie von der Decken den last, om zich wederom naar Afrika te begeven en er zekere berigten in te winnen omtrent het lot van den baron.
Dien ten gevolge vertoefde hij van November 1866 tot Januarij 1867 te Brawa, bezocht de Wobbi en de Doernford-rivier en bereikte langs de Galla-kust Zanzibar. Van hier volbragt hij weder een togt langs de Dana en de Osi en was de eerste, die eene kaart leverde van het zuidelijke Galla-land. In Februarij 1868 keerde hij naar Zanzibar terug en reisde, nadat hij zijn togtgenoot Kinzelbach door den dood verloren had, over Aden weder naar Europa. In 1870 is hij alweêr ten behoeve van eenige Zwitsersche handelshuizen naar Aden en verder naar de oostkust van Afrika vertrokken.
