Brazilië-hout of, zooals het gewoonlijk genoemd wordt, Fernambuk-hout, is eene donkerroode of bruingele houtsoort, die tot het bereiden van verfstof dient en in Brazilië in overvloed gevonden wordt.
Dat hout, afkomstig van Caesalpinia crispa, is zeer hard, soortelijk zwaarder dan water en vatbaar voor een fraaije politoer. Behalve het eigenlijke Brazilië-hout heeft men nog een aantal dergelijke soorten, namelijk, het Allerheiligen- of Bahama-hout, het Nicaragua- liout en het Siam- of Sapan-hout, alle drie afkomstig van C. echinata of bahamensis en C. sappan, — voorts het Brazilië-hout van de Antillen, hetwelk geleverd word door Comocladia aculeata of Trichilia spondioides. Het hont wordt gebruikt tot het vervaardigen van meubels of ook in een daartoe geschikten molen fijngemaakt, om, met kokend water en aluin of wijngeest behandeld, tot het kleuren van wollen, katoenen en zijden stoffen te dienen. Deze kleur is evenwel minder fraai en duurzaam dan die uit meekrap en cochenielje gewonnen wordt.