Brant, een beroemd Duitsch hekeldichter, werd geboren te Straatsburg in 1458, en studeerde te Basel, waar hij vervolgens tot aan 1489 openlijk onderrigt gaf in de regtsgeleerdheid. Daarna vestigde hij zich in zijne geboorteplaats en werd er benoemd tot syndicus, stadsschrijver en kanselier. Wegens zijne groote geleerdheid werd hij raadsheer van keizer Maximiliaan, en die betrekking verschafte hem grooten invloed op de staatkundige aangelegenheden van zijn tijd.
Hij overleed in 1521 en heeft onderscheidene werken nagelaten van regts- en godgeleerden en geschiedkundigen inhoud, maar zich bovenal eene Europésche vermaardheid verworven door zijn “Narrenschiff,” een satiriek leerdicht in het Zwabisch dialect en in rijmende 4-voetige jamben, waarin hij de gebreken en vooroordeelen van alle standen onmeêdoogend geeselt. De eerste, zeer zeldzame uitgave daarvan verscheen onder den titel “Das Narren Schijff (Basel 1494)” met 144 uitmuntende en geestige houtgravures, vermoedelijk naar teekeningen van Holbein. Dat boek is niet alleen tallooze malen uitgegeven, maar ook in onderscheidene talen, bijvoorbeeld in het Latijn en in het Nederlandsch (Afgebeelde Narren-speelschuyt, Leiden 1510), overgebragt. De overige gedichten van Brant zijn onder den titel van “Varia carmina” in 1498 te Basel uitgegeven.