Brachthuiser (Daniël), een uitstekend Nederlandsch organist, werd geboren te Amsterdam den 28sten September 1779. Reeds op 3-jarigen leeftijd verloor hjj zijn gezigt en als kind had hij met velerlei kwalen te worstelen. Des te voorspoediger ontwikkelde zich zijn geest: reeds vroeg leerde hij de Fransche taal, en zijne groote geneigdheid tot de toonkunst bezorgde hem op 12-jarigen ouderdom het onderwijs van Focking, den bekwamen organist der Doopsgezinde gemeente te Amsterdam.
Twee jaar later was hij de bekwaamste van al zijne mededingers naar de betrekking van organist in de Nieuwezjjds-Kapel, en toen hij hier benoemd was, zette hij zijne muziek-studie met den meesten ijver voort. Weldra kende hij de voornaamste kunstgewrochten der grootste meesters van buiten, — de voorspelen en fuga’s van Bach benevens de wijzen en woorden der 150 Psalmen waren in zijn geheugen geprent, en hij behoefde slechts eenmaal iets te hooren, om het terstond met juistheid te spelen. Op 22-jarigen leeftijd werd hij organist in de Nieuwe Kerk te Amsterdam en was niet alleen geacht om zijn uitmuntend spel, maar ook om zijne voortreffelijke gaven als mensch. Hij overleed den 10den Junij 1832.