Onder dien naam vermelden wij:
Pierre Thomines, Sieur du Bosc, een Fransch godgeleerde. Hij werd geboren te Bajeux den 21sten Februarij 1635, studeerde te Montauban en werd predikant der Hervormde gemeente te Caën. hij verwierf grooten roem door zijne welsprekendheid, doch werd door den invloed zijner tegenstanders bemoeijelijkt en naar Chalons in ballingschap gezonden. Vruchteloos sprong hij later voor zijne geloofsgenooten in de bres bij den Koning. Na het herroepen van het Edict van Nantes begaf hij zich naar Nederland en werd er predikant bij de Waalsche gemeente te Rotterdam, waar hij den 2den Januarij 1692 overleed. Zijn boek “Sur les caractères des enfants de Dieu” is bij herhaling uitgegeven; ook zijn van hem “Sermons" enz. in het licht verschenen.
Paul Bosc d'Antic, een Fransch geneesheer en natuurkundige. Hij werd geboren te Pierre-Sepude in Languedoc, studeerde te Parijs onder Nollet en Réaumur, en legde zich later vooral toe op het vervaardigen van glas. Hij overleed te Parijs als lijfarts des Konings in 1784. Zijne geschriften, meerendeels van technischen inhoud, zijn in 1780 in 2 deelen in het licht verschenen.
Louis Augustin Guillaume Bosc d'Antic, een Fransch natuurkundige. Hij was de zoon van den voorgaande en werd geboren te Parijs den 29sten Januarij 1759. In de jaren 1784 tot 1788 was hij redacteur van het “Journal des savans”, en onder het ministérie van Roland bekleedde hij de betrekking van administrateur des postes. Na den val van dat ministérie (1793) werd hij door het Schrikbewind op de lijst der verdachten geplaatst.
Hij hield zich verborgen in het bosch van Montmorency, keerde na den dood van Robespierre naar Parijs terug en werd afgevaardigd naar Noord-Amerika. Met een schat van merkwaardige botanische en zoölogische voorwerpen keerde hij naar Frankrijk terug en werd er administrateur der hospices, lid van het Instituut, een ijveraar voor de natuurkundige wetenschappen en een der schranderste landbouwkundigen van Frankrijk. Hij overleed den 10den Julij 1828. Men heeft van hem onder anderen “Histoire naturelle des coquilles (2de uitgave, Parijs 1824, 5 dln)” en “Histoire des vers et des crustacées (2de uitgave, Parijs 1829, 2 dln).”