Onder dezen naam kennen wij:
Charles James Blomfield, een der grootste Britsche letterkundigen en een aanzienlijk waardigheidsbekleder in de Engelsche kerk. Hij werd geboren in 1785 te Bury St. Edmunds in het Engelsche graafschap Suffolk, en bezocht in 1804 de universiteit te Cambridge, waar hij zich weldra onderscheidde. Na 1810 bekleedde hij op verschillende plaatsen eene leeraarsbetrekking en werd in 1819 huiskapellaan van den Bisschop van Londen. In 1824 werd hij zelf tot laatstgenoemde waardigheid bevorderd. Hij is den Européschen roem zijner geleerdheid verschuldigd aan zijne uitgaven van Grieksche dichters, die van eene zeldzame belezenheid getuigen. In 1856 heeft hij zijne betrekking nedergelegd, waarna hij overleed op den 5den Augustus 1857.
Eduard Valentin Blomfield, een broeder van den voorgaande en desgelijks een ervaren letterkundige. Hij was geboren in 1788, studeerde te Cambridge en deed vervolgens eene reis naar Duitschland. Hij werd godsdienstleraar te Cambridge en gaf een belangrijk geschrift uit over de Duitsche litteratuur. Het voornemen om het Grieksch-Duitsch woordenboek van Schneider en de Grieksche spraakkunst van Matthiä in het Engelsch over te zetten, werd door zijn dood verijdeld. Hij overleed in 1816.
