Bickell (Johann Wilhelm), een Duitsch regtsgeleerde, die zich vooral toelegde op de beoefening van het Kerkelijk regt, werd geboren te Marburg den 2den November 1799. Hij genoot onderwijs aan het paedagogium en aan de universiteit aldaar, begaf zich vervolgens naar Göttingen, vestigde zich als privaat-docent in zijne geboortestad, hield er voorlezingen over regtsgeleerde onderwerpen en werd er eerst tot buitengewoon en toen tot gewoon hoogleeraar benoemd (1826).
In 1832 bewerkte hij, dat in Keur-Hessen door de regering eene commissie benoemd werd, om de beste regeling der verhouding van Kerk en Staat te onderzoeken. Hij werd voorts tot aanzienlijke regterlijke betrekkingen te Marburg en eindelijk aan het hoofd van het departement van Justitie geroepen. Zijne uiterst-conservatieve beginselen bezorgden hem intusschen talrijke tegenstanders. Hij overleed den 24sten Februarij 1848, onderscheidene regtsgeleerde werken nalatende. Van deze wordt zijne “Geschichte des Kirchenrechts”, door Röstell voortgezet, het belangrijkst geacht.