Bartoli (Taddeo di) of Bartolo, een beroemd Italiaansch schilder, werd geboren te Siéna in 1351 en overleed in 1410. Vooral zijne geboortestad bezit van hem onderscheidene prachtige stukken, die er de kerken versieren.
Eene madonna van zijne hand is het eigendom van den Koning van Beijeren. Zijne kleinere stukken onderscheiden zich door eene ongemeene bevalligheid.
Zijn leerling en neef Domenico Bartoli heeft, volgens het oordeel van kunstkenners, nog hoogeren trap van volkomenheid bereikt. Hij bloeide in 1440 en verbond eene grondige kennis der perspectief met eene groote mate van bevalligheid. Ook van dezen zijn
fresco’s en schilderijen in kerken en openbare gebouwen te Siéna, Perugia, Rome en Florence aanwezig.
Daniello Bartoli, een Italiaansch prediker en schrijver, geboren in 1608 op het grondgebied van Ferrara, werd in 1623 lid van de orde der Jezuïeten en in 1650 tot het vervaardigen eener geschiedenis dier orde naar Rome geroepen, waar hij op den 13den Januarij 1685 overleed. Zijn voornaamste geschrift “Istoria della compagnia di Giesù (Rome, 1663 tot 1673, in 5 dln),” een glansrijk tafereel van de opkomst en de lotgevallen dier orde bevattende, opende hij met de levensgeschiedenis van haren stichter (Vita e istituto di S. Ignazio). Behalve eenige zedekundige werken, heeft hij eenige belangrijke opstellen geleverd van natuurkundigen inhoud. Zijne gezamenlijke werken zijn in 12 deelen in 1825 te Turijn in het licht verschenen.
Piétro Santi Bartoli of eigenlijk Piétro Santos, bijgenaamd Perugio, een Italiaansch schilder en graveur, werd geboren in 1635 te Bortola of Braitola. Hij was oudheidkundige van den Paus en van koningin Christina van Zweden, en overleed te Rome in 1700 of 1705.
Deze Bartoli was een leerling van Poussin en onderscheidde zich, evenals zijn meester, door eene smaakvolle teekening. Door de graveernaald heeft hij vele werken van groote meesters en een aantal antieke gebouwen van Rome algemeen bekend gemaakt.
Die plaatwerken worden nog altijd zeer op prijs gesteld. De “Aanbidding der Koningen” naar Rafaël wordt voor zijn beste werk gehouden. — Zijn zoon Francesco bleef aan het hoofd van den kunsthandel zijns vaders en hanteerde desgelijks de graveernaald. Hij overleed in 1730 of later.