Barnave (Antoine Pierre Joseph Marie), eerst een der ijverige voorstanders van de groote Fransche omwenteling en de welsprekende verdediger van de regten der menschheid en des volks, later pleitbezorger van Lodewijk XVI, werd geboren te Grenoble in 1761. Hij was een zoon van Protestantsche ouders, studeerde in de regten en bezat door zijne groote gaven en zijne uitgebreide kennis reeds in 1783 een belangrijken invloed b|j het Parlement te Grenoble. Bij het uitbarsten der Revolutie betrad Barnave het staatkundig tooneel met een geschrift, waarin hij met bewondering sprak van de Engelsche grondwet en te kennen gaf, dat hij van eene invoering van eene dergeljjke in Frankrijk het heil des volks verwachtte.
Toen Lodewijk XVI de vertegenwoordigers des rijks opriep, nam Barnave, als afgevaardigde zijner geboortestad van wege den derden stand, plaats in het Wetgevend ligchaam (Mei 1789). Als ijverige verdediger van den derden stand onderscheidde hij zich door eene welsprekendheid, welke die van Mirabeau evenaarde. Hij bepleitte met nadruk de zelfstandigheid der stedelijke besturen en de organisatie der nationale garde. Hij was een onbepaalde voorstander van de naasting der geestelijke goederen ten behoeve van den Staat en van het toekennen der staatkundige regten aan alle ingezetenen, niet alleen aan de Protestanten maar ook aan de Israëlieten,— zelfs aan tooneelspelers en scherpregters.
Toen de gematigde leden der eerste Nationale Vergadering eene club hadden gevormd, stichtte hij die der Jacobijnen. Hij bestreed zoowel het koninklijk regt van veto als dat van oorlog en vrede, en verzette zich in dit opzigt met kracht tegen de gevoelens van Mirabeau,. Hij wilde volstrekt, dat de bevoegdheid, om oorlog te verklaren en vrede te sluiten, ontnomen zou worden aan de uitvoerende magt. Daarenboven vorderde hij de afschaffing der slavernij, en verklaarde, dat hij liever de koloniën wilde prijs geven, dan de regten der menschheid.
Twee gebeurtenissen gaven echter eene andere rigting aan zijn streven. De eene was de opstand in de Koloniën en de gruwelen, die daarmede gepaard gingen. Hij gevoelde, dat deze waren uitgelokt door zijne heftige taaien gaf na ernstig nadenken in 1791 den raad, om er geene verandering te brengen in den staat van zaken zonder de eigenaars der plantages te raadplegen. De andere gebeurtenis, die een belangrijken invloed had op zijn leven, was de vlugt des Konings. Toen de Nationale Vergadering de tjjding ontving, dat Lodewijk XVI met zijn gezin te Varennes was in hechtenis genomen, zond zij Barnave, Pétion en Batour-Maubourg derwaarts, om de gevangenen naar de hoofdstad te begeleiden. Van dat oogenblik af bezat Barnave het vertrouwen der Koninklijke familie en zocht het zich waardig te maken. Toen men er op aandrong, om dien Vorst van zijne kroon te berooven, ontwikkelde Barnave al de kracht zijner wegslepende welsprekendheid, om den Koning en het koningschap te redden.
Hij bragt het zoover, dat de onschendbaarheid des Konings tot een besluit werd verheven. Hij wenschte Frankrijk in een constitutioneel koningrijk te herscheppen en gaf in dien zin aan Lodewijk XVI goeden raad, maar toen de ongelukkige Monarch een anderen weg insloeg, begaf Barnave zich naar Grenoble. Hier achtervolgde hem weldra een besluit der Nationale Vergadering, waardoor hij, wegens correspondentie met het Hof, in staat van beschuldiging werd gesteld. Men nam hem op zijn landgoed in hechtenis en hij toefde 15 maanden in den kerker.
De revolutionaire regtbank veroordeelde hem ter dood, en dit vonnis werd op den 18den November 1793 voltrokken. Zijne “Memoires” zijn in 6 deelen te Parijs in het licht verschenen. Ten tijde van het Consulaat werd zijn standbeeld naast dat van Vergniaud in den Senaat geplaatst, maar bij de restauratie verwijderd. Dat was de dank der Bourbons.