Baghermi of Bagirmi is een groote en magtige, maar meerendeels onbekende staat in het binnenland van Noord-Afrika.
Het grenst ten noorden aan Kanem, ten westen aan de Tsad-rivier, ten zuidwesten aan een arm van de Sjary-rivier, die zich in de Tsad uitstort en de grensrivier vormt naar de zijde van Bornoe en Loggoen, ten zuiden aan de Ero, en ten oosten aan Wadaï. De inboorlingen behooren er tot het Ethiopische ras, maar hebben eene eigene taal. Zij zijn gedeeltelijk Mohammedanen, gedeeltelijk Heidenen , zeer krijgszuchtig en bekend als uitstekende ruiters. In de naburige landen doen zij dikwijls rooftogten, om slaven voor den handel met Egypte te bekomen. Men schat het aantal inwoners op 1½ millioen. De schoonheid der vrouwen van Baghermi wordt zeer geroemd. De hoofdstad des lands is Moeto, — volgens anderen Massenja.