Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Apafi

betekenis & definitie

Apafi (Abaffi). Wij kennen twee vorsten, vader en zoon, die dezen naam hebben gedragen.

De eerste is Michaël I, vorst van Siebenbürgen. Hij was een zoon van George van Apafi, geheimen raad bij vorst Gabriël Bathori. Hij werd geboren in 1632, vocht in zijne jeugd aan de zijde van vorst George II Rakoczy in Polen, werd door de Tartaren gevangen genomen en leefde na zijn terugkeer op zijn voorvaderlijk landgoed te Apafalva, totdat hij door den invloed van den Turkschen visier Ali op den 14den September 1661 in het leger te Maros Vásárhely door eenige Hongaarsche edelen en Saksische afgevaardigden tot vorst van Siebenbürgen werd uitgeroepen. Nadat zijn mededinger Kemény bij Nagy Szöllös den slag en het leven verloren had (20 Januarij 1662), werd Apafi algemeen als vorst erkend. Met hulp der Turken hield hij zich staande tegen Oostenrijk en hij verdreef de Duitsche bezetting uit alle vestingen, maar hij moest daarentegen de knevelarijen gedoogen van den Turkschen pasja en als vasal van Turkije groote geldsommen opbrengen. In het jaar 1683 volgde hij als een gedwongen bondgenoot de troepen van Kara Moestapha naar Hongarije, waar hij gedurende het beleg van Weenen de wacht hield bij de brug over de Donau bij Raab. Toen de Turken in 1685 verslagen werden en het Oostenrijksche leger onder aanvoering van Caraffa Klausenburg, Hermannstad en Deva innam, begaf zich Apafi onder de bescherming van Oostenrijk en stond zelfs in 1687 de militaire opperheerschappij in Siebenbürgen aan den keizer van Oostenrijk af. Hij overleed den 15den April 1690 te Fogarasch en liet eene levensbeschrijving van zich zelven na, die in het rijksarchief in Oostenrijk wordt bewaard.

De tweede is Michaël II, een zoon van den voorgaande en de laatste souvereine vorst van Siebenbürgen. Hij werd geboren in 1680. Na den dood zijns vaders moest hij de vlugt nemen naar Klausenburg, omdat Turkije hulp verleende aan een anderen candidaat voor den troon, aan Tököly. Eerst in 1692, toen laatstgenoemde door den keizerlijken veldheer Lodewijk van Baden verjaagd was, werd Michaël door de Standen in zijne waardigheid erkend. Keizer Leopold bleef zijn voogd en deed het Vorstendom door een regentschap besturen. Door zijn huwelijk met de gravin Catharina Bethlen (1695) haalde hij zich de ongenade op den hals van het Hof te Weenen, en toen hij in 1696 weigerde van zijne vorstelijke waardigheid afstand te doen, werd hij onder militair geleide naar Weenen gebragt, waar hij in 1699 tegen een vast jaargeld alle aanspraken op Siebenbürgen moest laten varen. Hij overleed er den 1sten Februarij 1713 zonder kinderen na te laten.

< >