Apachen

betekenis & definitie

Apachen (De) vormen een stam van Indianen in Noord-Amerika. Die stam was weleer zeer talrijk en woonde ten oosten van de Colorado in eene bergachtige streek aan de grenzen van Nieuw-Mexico. Ook thans zijn zij er gevestigd en houden zich gedeeltelijk bezig met landbouw en veeteelt. De meesten echter leiden er een zwervend leven. Zij hebben eene afzonderlijke taal, die tot aan Californië toe in verschillende tongvallen gesproken wordt. Reeds de Spanjaarden hebben hen, onder den naam van Acaxas, voorgesteld als een roofgierig kannibalenvolk, en ook heden ten dage onderscheiden zij zich door hun woesten aard. In den laatsten tijd hebben zij de Mexicaansehe provincie Sonora bijna geheel en al in bezit genomen. Tot de Apachen behooren de Mimbrenos, de Mescaleros, de Faraonen, de Llaneros, de Lipanis, de Chiricaguis, de Gilenos en de Tontos. Volgens de jongste opgaven is hun aantal tot nagenoeg 7000 versmolten.