Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Alphabet

betekenis & definitie

Alphabet afkomstig van de beide eerste Grieksche letters alpha en beta, is de letterreeks eener taal, namelijk de reeks der gebruikelijke klanken en der teekens, waardoor die klanken worden uitgedrukt, in de aangenomene volgorde. Wij geven daaraan den naam van abc. De rangschikking dier klanken is in alle talen geenszins dezelfde, maar tevens verre van willekeurig. De a bekleedt de eerste plaats als de klank, die een kind het vroegst en het gemakkelijkst leert voortbrengen, — dan volgt de b als de eenvoudigste lipletter, dan de g (of c) als een verhemelte-letter (hoewel niet in het Nederlandsch), daarna de d als de eerste tongletter, en vervolgens de h als de eerste keelletter. Zoo is het in de Semitische talen.

De Grieken en Romeinen voegden er eenige letters bij, en zoo is het alphabet in de tegenwoordige volgorde tot ons gekomen. Alleen het alphabet van het Sanskriet is naar vaste beginselen gerangschikt. Een zeer volkomen alphabet is het Russische, door Cyrillus aan het Grieksche ontleend met toevoeging van 12 nieuwe teekens, zoodat het 35 letters telt; daarenboven vindt men er in oude kerkelijke geschriften nog 7, die thans in onbruik zijn geraakt. De teekens van het Hoogduitsche alphabet zijn aan het Gothisch, die van het Nederlandsche aan het Latijnsch schrift ontleend.

Het Grieksche alphabet heeft 17 medeklinkers en 7 klinkers en schijnt uit het handeldrijvend Phoenicië afkomstig te wezen; het verraadt zijn Semitischen oorsprong in de namen en vormen der letters. Intusschen onderging het oorspronkelijk alphabet in Griekenland belangrijke wijzigingen: sommige letters werden verbannen, en nieuwe er bij gevoegd. Dit veranderd alphabet droeg den naam van het Ionische. Het Grieksch werd aanvankelijk, even als het Hebreeuwsch, van de regter- naar de linkerhand geschreven, en in het Etruscisch, uit het Grieksch ontstaan, schreef men den eersten regel van de regter- naar de linkerhand, den tweeden van de linker naar de regter en zoo vervolgens. Eerst laat is de thans gebruikelijke schrijfwijze te Athene ingevoerd. Het Hebreeuwsche alphabet telt 22 medeklinkers en 14 klinkers, welke laatste, als van nieuweren oorsprong, in manuscripten en gedrukte stukken dikwijls worden weggelaten. De oude letterteekens hebben volgens de overlevering in den tijd van Esra eene verandering ondergaan, zoodat men ze onderscheidt in die welke vóór en in die welke na de Babylonische ballingschap in zwang waren; het blijkt echter, dat die wijziging eenige eeuwen later heeft plaats gehad. Zelfs nog lang na het begin der Christelijke jaartelling werden de Gewijde boeken met de oude letterteekens afgeschreven. Het Israëlietisch schrift van onze dagen is afkomstig van de Rabbijnen.

Het Latijnsche of Romeinsche alphabet is volgens sommigen van de Etruscische, volgens anderen regtstreeks van de Grieksche taal afkomstig, terwijl ook daarin wederom, naar den eisch der taal, wijzigingen werden aangebragt. Bij de Romeinen ontvingen de letterteekens langzamerhand meer afgeronde vormen, waardoor het verschil met de Grieksche letterteekens is ontstaan. Behalve de staande letterteekens, is door Aldus Manutius de oudere het cursieve of loopende schrift in-gevoerd.

Toen de drukkunst nog niet uitgevonden was, zoodat de kostbaarste werken met veel zorg en moeite werden afgeschreven, legde men er zich op toe, de hoofdletters op eene kunstige wijze te versieren en te kleuren. Dit geschiedde vooral in de 14de eeuw. De illuminatoren, die zich daarmede bezig hielden, gaven niet alleen smaakvolle lijsten aan de titelbladen, maar ook prachtige be-ginletters aan elke afdeeling of aan ieder hoofdstuk. Dit geschiedde zelfs nog na de uitvinding der boekdrukkunst, maar toen het aantal gedrukte werken hand over hand toenam en men over het algemeen meer gesteld begon te worden op den inhoud dan op den vorm, meer op een matigen prijs dan op noodelooze sierlijkheid, is het gild der illuminatoren verdwenen. In den laatsten tijd is men bij de uitgave van sommige prachtwerken het voetspoor der oude kunst wederom gevolgd.

Het runen-alphabet heeft slechts 16 letters. Het is het oudste in het noorden van Europa en was bij de Skandinavische en Germaansche volkeren in gebruik. Het bestond reeds lang vóór den aanvang der Christelijke jaartelling, en steenen, die deze geheimzinnige teekens dragen, zijn door het Noorden in menigte verspreidt, ja, men vindt ze zelfs in Normandije en tot in Spanje toe. Zie verder onder letter, schrift, taal.