Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Ahasverus

betekenis & definitie

Ahasverus Ahasverus is volgens de jongste ontdekkingen de Hebreeuwsche vorm van den Perzischen vorstennaam Xerxes en komt in het Oude Testament meermalen voor. Het schijnt dat wij gemeld woord als een titel moeten beschouwen, want volgens Dan. IX: 1 is Ahasverus de vader van Darius den Meder, namelijk van Cyaxares II, zoodat hij niemand anders kan wezen dan Astyages, koning der Mediërs. Op de plaats, die wij bij Esra (IV: 6) vinden, wordt de opvolger van Kores (Cyrus), namelijk Cambyses bedoeld. Wie Ahasverus is, dien wij in het boek van Esther aantreffen, is niet met zekerheid te bepalen — vermoedelijk Xerxes.

Ahasverus is ook de naam van den inwoner van Jeruzalem, die volgens de legende Jezus van zijne deur verjoeg, toen deze er bij zijne uitleiding naar Golgotha eenige oogenblikken wilde rusten. De onbarmhartige Israëliet werd veroordeeld om rusteloos te zwerven tot aan den tijd der terugkomst van den Gekruisigde. Deze legende schijnt in de 13de eeuw ontstaan en door Matthaeus Parisiensis, een monnik, het eerst verhaald te wezen. Er bestaat eene dergelijke Arabische legende van een zekeren Fadhilah. Van het geloof aan het bestaan van dien “wandelenden jood” hebben in de 16de en 17de eeuwen vele bedriegers misbruik gemaakt. Göthe ziet in die legende den toestand beschreven van den verstandsmensch, die, verstoken van het ge-loof aan iets hoogers, twijfelend en morrend zijn levensweg bewandelt. Met meer regt beschouwen anderen Ahasverus als den vertegenwoordiger van het Joodsche volk, dat in een zwervenden toestand zijn bestaan voortsleept. Behalve in den volksroman, die zijn naam draagt, vinden wij de geschiedenis van den “wandelenden jood” behandeld door Eugène Sue in zijne “Mystères de Paris”, waarin hem eene “wandelende jodin" is toegevoegd, door onderscheidene Duitsche romanschrijvers en dichters, alsmede door onzen J. J. L. ten Kate in zijn “Ahasverus op den Grimsel”.