Van de vele vorstinnen, die dezen naam gedragen hebben, vermelden wij: Adelaïde (Madame de France), eene dochter van Lodewijk XV en eene tante van Lodewijk XVI. Zij werd geboren te Versailles den 5den Mei 1732 en is teregt geroemd als eene der edelste en deugdzaamste vrouwen van het Fransche hof. Onder de regering van Lodewijk XV verhief zij zich ver boven al de listen en lagen, die om haar heen werden te baat genomen, en onder die van Lodewijk XVI verzette zij zich bij herhaling tegen de verderfelijke maatregelen van Calonne.
Men hoorde niet naar haren wijzen raad, en de Omwenteling brak los. Zij verwijderde zich van hare schriktooneelen en begaf zich in 1791 met hare zuster Victoire naar Rome. Aldaar leefden zij kalm en algemeen geëerd tot in 1799. Toen noodzaakte haar de nadering van het overwinnende Fransche leger, om over Napels en Corfu de wijk te nemen naar Triëst. Hier overleed hare zuster in datzelfde jaar, en zij volgde deze een negental maanden later, in 1800.
Adelaïde Eugène Louise van Bourbon, prinses van Orléans, eene zuster van koning Lodewijk Philips. Zij aanschouwde het levenslicht den 23sten Augustus 1777 en onderscheidde zich evenzeer door haar uitstekend verstand als door haar voortreffelijk gemoed. Zij werd onderwezen door de talentvolle Madame de Genlis, en bevond zich met deze te Londen, toen de wet van 20 October 1792 op de emigranten het 15 jarig meisje belette om naar Frankrijk terug te keeren. Eerst in 1814 kon zij zich vrijelijk naar haar vaderland begeven. Tot dien tijd hield zij te Doornik, te St. Amand, te Bremgarten in Zwitserland, waar zij een jaar onder den naam van Miss Stuart en Madame de Genlis onder dien van Miss Lenor in een klooster vertoefden, te Freiburg, waar zij op aanbeveling der prinses Conti twee jaren in een dergelijk gesticht doorbragt, in Beijeren, in Hongarije, op Malta enz. haar verblijf. Bij de Julij-revolutie (1830) bleek het, dat zij niet alleen eene goede zuster, maar tevens eene vertrouwde vriendin voor den Koning was, die haar gaarne raadpleegde, zoodat zij wel eens de Egeria van Lodewijk Philips werd genoemd. Zij werd hem op den 31sten December 1847 door den dood ontrukt.
