Bankgarantie is het algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde begrip, waarmee wordt aange-geven de door een contractpartij bij een bank afgesloten financiële garantiestelling op naam en ten behoeve van een of meer andere contractpartijen, op basis waarvan die bank de betaling garandeert, op eerste aanmaning, in het geval van een gestelde schuld van de betreffende cli-ent ten opzichte van die andere partij(en), conform de daarbij gestelde garantiebepalingen.
Zie ook: aanvullende dekking, bank, contract, klant en schuld.
Een bankgarantie drukt niet op de door de bank aan de ondernemer beschikbaar gestelde kre-dietruimte ten behoeve van het werkkapitaal van de onderneming, omdat het niet tot het geheel van zijn bestaande aangegane toekomstige verplichtingen wordt gerekend. Dat wordt aange-duid met het begrip ‘obligo’. Daaronder wordt verstaan het geheel van bestaande en al aange-gane toekomstige financiële verplichtingen, dan wel – afhankelijk van de context – een derge-lijke verplichting afzonderlijk. De contractspartner, waar de bankgarantie aan wordt afgege-ven, heeft hierdoor meer zekerheid verkregen zonder dat daarbij de slagkracht van de onder-neming is aangetast.
Zie ook: krediet, onderneming en werkkapitaal.
Het is meestal een onderhandelingspunt voordat overeenstemming bereikt wordt, dat de tegen-partij een bankgarantie dient af te sluiten. Dan gaat het in feite om het verkrijgen van meer zekerheid ten aanzien van het nakomen van de aangegane verplichtingen. Maar indien tijdens de looptijd van de gesloten overeenkomst zich een situatie voordoet, die dwingt tot het open-breken van dat contract en tot heronderhandeling over de voorwaarden, dan kan zo’n bankga-rantie alsnog meegenomen worden, c.q. qua dekking aangepast worden. Er dient wel een ver-dedigbare relatie te zijn tussen het bedrag van die garantiestelling en de mogelijk optredende effecten op de korte termijn, wanneer sprake is van ingebrekestelling van de andere partij, met het doen van aanspraak op die bankgarantie. Zie ook: dekking, overeenkomst, zekerheid en verplichting (openstaand).
Het principe wordt ook toegepast bij de verhuur van commercieel vastgoed. Daarbij eist de verhuurder een zekerheid van de nieuwe huurder, waar gebruikelijk drie maanden bruto-huisvestingslasten voor gerekend wordt. Dus een extra dekking ter hoogte van de huur, in-clusief btw en het voorschot voor de servicekosten voor die periode. In de woningmarkt heet zo’n garantie ‘sleutelgeld’, maar het is de verhuurder verboden die van de huurder te vragen. In die markt mogen geen belemmeringen opgeworpen worden. Wel is het gebruikelijk één maand huur vooruit te betalen, wat in feite hetzelfde effect heeft.
Zie ook: commercieel vastgoed, huisvestingskosten, huur(prijs), huurder, sleutelgeld, verhuur-der en woningmarkt.
Afhankelijk van de inschatting van de te lopen risico’s, waaronder de betrouwbaarheid van de huurder, kan in de onderhandelingen getracht worden een hogere mate van zekerheid te ver-krijgen. Bij grote(re) ondernemingen wordt die garantie vaak vervangen door een schriftelijke garantieverklaring van het moederconcern van de hurende partij, waar genoegen mee geno-men wordt zonder dekking van een bankgarantie daarvoor te vragen.
Zie ook: betrouwbaarheid (meting), moedermaatschappij en risico’s.
Een bankgarantie wordt ook wel een ‘harde bankgarantie’ genoemd, indien die de volgende aspecten bevat, wil er sprake zijn van voldoende geboden zekerheid:
•De bankgarantie moet overdraagbaar zijn van de houder ervan op diens rechtsopvolgers.
•De bankgarantie moet tevens een bepaalde uitloopperiode dekken van de duur van de termijn, die de basis voor de vaststelling van de hoogte van de dekking vormde, meestal drie maan-den.
•De bankgarantie moet op eerste afroep en zonder opgaaf van redenen, door de houder ingeroe-pen kunnen worden en door de bank aan de houder worden uitgekeerd.
•De bankgarantie moet aanpasbaar zijn voor tussentijdse aanpassingen van de tussen de beide partijen gesloten onderliggende overeenkomst.
Tags: aanvullende dekking – bank – commercieel vastgoed – contract – dekking – harde bank-garantie – huisvestingskosten – huur(prijs) – huurder – klant – krediet – obligo – onderne-ming – overeenkomst – schuld – sleutelgeld – verhuurder – verplichting (openstaand) – werkkapitaal – woningmarkt – zekerheid.
