zolder - Zelfstandignaamwoord
1. (bouwkunde) een houten vloer over een balklaag
2. (bouwkunde) de ruimte tussen de bovenste vloer en de onderste kapspanten, plaats om goederen op te slaan
3. ruimte onder een (schuin) dak
♢ Haal jij die dozen even van de zolder?
zolder - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zolderen
♢ Ik zolder
2. gebiedende wijs van zolderen
♢ zolder!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zolderen
♢ zolder je?
Woordherkomst
[1] leenwoord met als ontwikkelingsweg:
Middelnederlands: solder, solre, soller «plat dak, terras, zolder»
:Latijns: solarium «plat dak (waarop de zon valt)»
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: