zoek - Bijvoeglijk naamwoord
1. alleen predicatief: niet terug te vinden
♢ Mijn sleutels zijn zoek.
zoek - Bijwoord
1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
♢ Zoekmaken: Hij maakte mijn sleutels zoek.
zoek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
♢ Ik zoek
2. gebiedende wijs van zoeken
♢ zoek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeken
♢ zoek je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ zoek zijn
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: