Gepubliceerd op 30-10-2017

zichzelf

betekenis & definitie

zichzelf - Wederkerend voornaamwoord
1. derde persoon enkelvoud en meervoud, versterkte vorm van zich
Hij bekeek zichzelf in de spiegel.
2. tweede persoon enkelvoud en meervoud beleefdheidsvorm, versterkte vorm van zich
Heeft u zichzelf wel eens in de spiegel bekeken?

Woordherkomst
samenstelling van zich en zelf