zichzelf - Wederkerend voornaamwoord
1. derde persoon enkelvoud en meervoud, versterkte vorm van zich
♢ Hij bekeek zichzelf in de spiegel.
2. tweede persoon enkelvoud en meervoud beleefdheidsvorm, versterkte vorm van zich
♢ Heeft u zichzelf wel eens in de spiegel bekeken?
Woordherkomst
samenstelling van zich en zelf
Gepubliceerd op 30-10-2017
zichzelf
betekenis & definitie