zacht - Bijvoeglijk naamwoord
1. gemakkelijk samen te drukken en/of te buigen
♢ Die hoed was gemaakt van zacht materiaal.
2. het gemoed niet sterk aangrijpend
♢ Hij stierf een zachte dood.
3. zachtaardig.
♢ Hij werkte in de zachte sector.
4. aangenaam voor de zinnen
♢ Al met al was het weer een zachte winter.
5. weinig geluidsvolume bevattend
♢ Dat is wel een erg zacht geluid.
6. geleidelijk.
♢ Er vond een zachte verandering plaats.
Antoniemen
[1] hard
[5] luid
[6] bruusk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: