wortel - Zelfstandignaamwoord
1. (groente) de eetbare wortel van de peen Daucus carota
♢ We hebben wortelen met erwten gegeten.
2. (plantkunde) het ondergrondse gedeelte van een plant of boom
♢ Als je onkruid wiedt moet je de wortels niet in de grond laten, want dan groeit het zo weer terug.
3. (wiskunde) een getal gezien in zijn verhouding tot het getal van zijn tweede macht, derde macht, enz
♢ De wortel van honderdvierenveertig is twaalf.
4. (taalkunde) een woord ontdaan van alle voor- en achtervoegsels en uitgangen
♢ [D]e meeste werkwoorden worden gevormd door achter de wortel een suffix te voegen; zo'n wortel + suffix heet thema of stam en achter die stam komen dan de persoonsuitgangen, althans in 't praesens.
5. inplanting of dat waaruit iets ontspringt
wortel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wortelen
♢ Ik wortel
2. gebiedende wijs van wortelen
♢ wortel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wortelen
♢ wortel je?
Synoniemen
[1] bospeen, breekpeen, grove peen, waspeen
[4] radix
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: